Wij kregen de winter maar niet van ons afgeschud. “ Van de joere heet aa vrie vel gesnoïd op de Kruisies “ , zou
Wimpie zeggen. Maar eindelijk is F. De Boosere daar met het weerbericht waar
iedereen zat op te wachten : het weekend van de dertiende april wordt er één
met een lentestrik om. Weliswaar niet met temperaturen waarbij koele rosé met
hectoliters wordt aangerukt op de Ronsese terrassen om de hitte te bekoelen , maar wel één waarbij
de dobbele Westmalle al ferm zijn aroma’s kan afgeven en vooral de
wielerbenen met jus doet vollopen. Goesting ! Het kriebelt in de kuiten en dat moet zijn uitweg
vinden. Laat de Van Peteghem – Classic maar komen.
Peter Van Peteghem is nooit mijn type coureur geweest. Altijd teveel achterom kijken na een zoveelste demarrage van hem , teveel euh’s in
zijn interviews , en vooral teveel zwijgen als er moet gesproken worden. PVP is
de Manuel van het wielerpeloton van de jaren negentig : “ Gaai no notting “( voor de goede verstaander
: zie http://www.youtube.com/watch?v=s6EaoPMANQM
). Niet verwonderlijk dat Peter , in navolging van onze man van Fawlty Towers , een soortement
B&B is begonnen. En inmiddels al weer gesloten , als ik de gazet mag geloven. Dit alles om te zeggen dat ik de Zwarte van Brakel niet echt in mijn wielerhart draag.
Geef mij maar spetterende Sep, de man die géén sterretje
waardig werd geacht door het peloton zogenaamde
wielerspecialisten. Schaamte is hun deel sinds Van Marcke die zondag de
stenen uit de Robaaise wegen reed en de evenknie was van de tank uit
Zwitserland. Van tank gesproken : wij hebben er ook zo één bij ICT , maar onze
tank rijmt tenminste met zijn voornaam. Het is toch al iets.
Maar ik zou het hebben
over één van die Vlaamse Klassiekers voor would-be coureurs. De laatste paar
jaren gleed mijn wielerbestaan langszaam naar het nivo “ coach potatoe “. Als je
op de duur liever cruist op de Sporza-site om een nieuwe wielergod in
de billen van het bloemenmeisje te zien knijpen dan zelf te gaan fietsen , dan wordt het tijd om zelf de SM –
hamer boven te halen en je terug te
kastijden met ‘ de gruute plateau ‘ . Kwestie van dat lijf van 53 in vorm te
houden voor de Maya’s van deze wereld. De
wereld is alleen maar ijdelheid , weet je ( wijsheid n° 1 ) .
Neen , het moet anders met die conditie van mij. Ik moest maar eens een
Devolderke doen , eerst opnieuw coureur worden , maar dan de
wielertoeristenversie. Mannen maken plannen , zo ik ook. Een programma wordt in
elkaar getimmerd om de vetbandjes sneller te laten smelten dan de poolkappen.
De dagelijkse trappist verdwijnt van het menu . De weerberichten laat ik links
liggen want geen winterbui die me van mijn werkschema mag afhouden. Ik prent me in dat ik niet wijsheid n° 2 zal laten uitkomen : de weg naar de hel is geplaveid met
goeie voornemens. Helaas wordt dat pad al eens doorkruist door een
blauwe Rochefort, maar het lichaam loopt geen onnoemelijke schade op en ik voel
dat ik progressie maak. Dertien april nadert. Ik zie het helemaal zitten.
Eerst Isi bellen om te zien of hij mij door deze kalvarie
kan leiden , nadat hij dit kunstje al
een paar weken eerder had geklaard op de
toerversie van de Ronde van Vlaanderen voor een ander hangbuikzwijntje van het
IC – team. Maar helaas : ziektebacillen hebben onze beer geveld. Dan maar alleen op pad.
Toch rijd ik niet alleen. Vandaag had er iemand eenendertig moeten
worden. Ik vertrek niet zonder Jeroen. Hij wordt mijn derde been. Vandaag
mag de PVP- classic voor één keer
de JDB – memorial heten.
Ik besluit om als zwartrijder het businessplan van de jongens van Golazo te doorkruisen. En voor iemand roept dat gierigheid de wijsheid bedriegt (
wijsheid n° 3 ) , wil ik kwijt dat het praktische feit dat het parcours langs
mijn deur passeert de doorslag geeft om niet in Aalst te vertrekken. Mijn startplaats wordt de Quatre Vents.
Ik doe al mijn leven lang een poging om de tijd uit het oog
te verliezen. De laatste keer dat ik een horloge droeg was de dag van mijn plechtige communie. Ik ga ervan uit dat de fietskilometers zo stressloser zullen passeren , de gedachten vrijelijker zullen stromen en de
inspiratie samen met de transpiratie de weg naar deze blog zullen vinden.
Intussen slingeren die gedachten meanderend door het
sprankelende landschap van Vlaamse Ardennen , Zwalm- en Denderstreek. Ik kom in
een roes. Geen Rochefort die dit kan evenaren. Wat een prachtige tocht is dit,
zeg ! Ik moet van verrukking zo dikwijls achterom kijken dat het me duidelijk
wordt waarom ze deze toertocht naar Van
Peteghem hebben genoemd . Ook de schoonheid
van de namen van de hellingen begeestert
: Armekleie , Congoberg , Elverenberg , Frunte. Alleen al daarom zou je er
tegenaan willen knallen.
Moeder , waarom fietsen we ?
ik vraag het me altijd af. De
beste reden dat ik kan bedenken is - haal
nu even heel diep adem - dat het ons brengt in een parallel universum van waaruit je kan ontdekken hoe relatief onze
gewoonlijke wereld is . Hoe nuttig en zinvol is het wat we dagelijks doen ? Het
enige wat telt op dat vélootje is het
ronddraaien van de trappers en je afvragen wanneer de volgende heuvel eraan
komt. Je hoofd wordt leeg. De natuurelementen ranselen en schudden je dooreen
naarmate de kilometers vorderen. Er zijn geen vragen meer , er zijn geen
antwoorden meer. Je komt in een droom die je paradoxaal genoeg nuchter tegen de werkelijkheid doet
aankijken. Als ik de laatste hindernis ( Berg ten Houte ) na 165km knecht
, trilt mijn ziel van vreugde en geluk. Misschien
is dit wel de belangrijkste drijfveer om
vandaag de benen aan flarden te hebben willen rijden , enkel om dit schoon
moment te beleven. Ik pink een traan weg en wijs ingetogen naar de hemel.
Stef